Petrus Vladeraccus
(1571-1618).
Peter van Vladeracken, beter bekend onder zijn
Latijnse naam Petrus Vladeraccus, werd geboren in Den Bosch in 1571.
Zijn vader Christophorus (1524-1601) was leraar (later rector) aan de
Latijnse school van die stad, zodat Peter vanaf zijn vroegste jaren al
in een milieu vertoefde waarin de klassieke literatuur een belangrijke
rol speelde. Peter trad in bij de Broeders des Gemenen Levens in Den
Bosch en zou daar uiteindelijk 'rector' (bestuurder) worden van het
zogenaamde Rijke Fraterhuis, een instelling die logement bood aan
leerlingen van de Latijnse school, die in staat waren hun kostgeld (en
leergeld) volledig te betalen. Peter doceerde ook zelf aan de Bossche
Latijnse school, in ieder geval kort vóór 1595 en van 1596 of 1597 tot
1603.
De Latijnse school van Den Bosch was een vrij
belangrijke school die leerlingen uit de hele Meierij en zelfs van
daarbuiten aantrok, en die menig student aan de Universiteit van
Leuven afleverde. Het onderwijs stond er in het teken van het
Humanisme, een beweging die zich toelegde op de studie van de
klassieke literatuur. Het accent lag daarbij op het Latijn, dat ook
fungeerde als internationale taal bij uitstek in die periode, maar ook
het Grieks werd bestudeerd. Doel was de leerlingen degelijk Latijn te
leren, gestoeld op het taaleigen van de klassieke auteurs (vooral de
komediedichter Terentius, de dichter Vergilius en de redenaar Cicero),
met als idee dat wie in staat is om zich helder uit te drukken, ook in
staat is om klaar te denken. Menig docent aan een Latijnse school in
de Lage Landen en ver daarbuiten schreef dan ook zelf poëzie en proza.
Het woord 'humanist' wijst in eerste instantie op deze auteurs uit de
16de en 17de eeuw.
Ook Petrus Vladeraccus was in deze zin 'humanist'.
Het oudste gedicht dat we van hem kennen, is een treurdicht op de dood
van de Antwerpse boekdrukker Christophe Plantin uit 1590, dat enkel in
handschrift bewaard bleef. De oudste gedrukte tekst is een soort
felicitatiegedicht aan de Bossche schepenen, waarin de auteur de wens
uitspreekt dat zij toch vooral Kerk en Koning (dat is dan dus nog de
Spaanse koning Filips II) trouw zouden blijven. Dit gedicht, de
Congratulatio, werd gedrukt in 1598 op de laatste pagina's van Petrus'
uitvoerigste werkstuk, het schooldrama Tobias. Toneelspelen werd
namelijk in de 16de eeuw (en later) beschouwd als een goed middel om
te leren spreken en om houdingen aan te kweken. Aanvankelijk voerde
men stukken van Plautus en Terentius, twee Romeinse komediedichters,
op, maar al vanaf 1520 begonnen de schoolmeesters zelf stukken te
schrijven. Deze comoediae waren wel qua vorm op klassieke leest
geschoeid en zaten ook vol klassiek taaleigen, maar het onderwerp werd
vaak aan de Bijbel ontleend. In dat kader past ook Vladeraccus' stuk
dat in juli 1598 twee maal op de Markt in Den Bosch werd opgevoerd.
Vladeraccus schreef verder nog een gedicht over de plechtigheden in de
Bossche Sint-Jan na de dood van koning Filips II (Exsequiae, 1600),
een verlorengegane schoolzang voor het jubeljaar 1600 en een dagboek
over het beleg van Den Bosch door prins Maurits in november 1601 (Diarium,
1603).
In 1603 verhuisde Petrus naar Oirschot, waar hij
pastoor werd. Hij deed echter meer dan zich enkel met de zielzorg
bezighouden. Omdat hij vond dat het niveau van de Oirschotse Latijnse
school beneden peil was, trok hij de beste leerlingen naar zich toe en
gaf hen zelf les. Hij begon ook een onderzoek naar het wonderbeeld van
Onze Lieve Vrouw van den Heiligen Eik, met het doel daar een boekje
over te maken. Dat boekje is inderdaad geschreven, maar het lukte
Vladeraccus niet om het bij de firma Plantin in Antwerpen te laten
drukken. Het grootste stuk is verloren gegaan, behalve de inleiding.
Deze inleiding vormt de oudst bekende versie van de legende. Bovendien
wist Vladeraccus het Oirschotse kapittel over te halen eindelijk de
overstap te maken van de oude Luikse ritus naar de Romeinse, zoals
beslist was op het concilie van Trente (1545-1563). Daarmee werd hij
in feite de invoerder van de Contrareformatie in Oirschot. Deze
katholieke hervormingsbeweging die een herstel vormde na de
protestantse Reformatie, zou er onder meer voor zorgen dat de Meierij
weer stevig katholiek werd en dat in feite tot vandaag gebleven is. In
die zin behoort Petrus Vladeraccus tot de generatie die de grondslag
heeft gelegd voor de mentaliteit in het huidige Noord-Brabant.
Petrus Vladeraccus stierf in Oirschot op 6 januari
1618. Zijn grafsteen is nog steeds te zien, tegenover het Maria-altaar
van het beeld dat hij zelf beschreven heeft. Het opschrift (met drie
fouten) luidt:
'Monumentum venerabilis dni Petri Vladertacci
pastoris huius ecclisie qui obiit 6 ianna 1618'
'Monument voor de eerwaarde heer Petrus Vladeraccus, pastoor van deze
kerk, die 6 januari 1618 overleed'.
Literatuur: M. Verweij, Vladeracci tres, pater et
filii, poetae Latini Silvaeducenses (saec. XVI ex.) (Rome, 1991; in
het Latijn); id., 'Het Humanisme in Oirschot: Petrus Vladeraccus', in:
H.J.M. Mijland – L.M. van Hout – J.P.J. Lijten, Oog op Oirschot
(Oirschot, 1991), p. 209-215; id., 'Leven en werk van Petrus
Vladeraccus, pastoor van Oirschot (1604-1618)', Campinia, 24 (1994),
100-123; id., Petrus Vladeraccus, Tobias (1598) (Leuven, 2001; in het
Engels).
Michiel Verweij,
Handschriftenkabinet,
Koninklijke Bibliotheek van België,
Brussel
|